Kleden naar het weer.
Niet te koud, niet te warm. Hoe weet je zeker dat je baby goed is gekleed voor een bepaald weertype als je op stap met je baby gaat? Een goede vuistregel is om je baby een laag kleding meer aan te trekken dan je zelf draagt. Je kindje is in baby week 19 nog maar klein.
Let er echter ook op wat je baby je ‘vertelt’ in baby week 19. Als hij huilt of onrustig wordt, heeft hij het misschien te koud (als hij het te warm heeft zal hij minder waarschijnlijk reageren). De handen, voeten en het hoofd van je baby kunnen ook een goede graadmeter zijn; controleer of ze koud of warm aanvoelen.

Je kunt je baby helpen om zich snel en gemakkelijk aan verschillende temperaturen aan te passen door hem meerdere lagen kleding aan te trekken. Bijkomend voordeel: laagjes maken het ook gemakkelijker om hem te verschonen als er onvermijdelijk iets vies wordt.
Noodzakelijk voor de zomer
Een zomerhoedje met een brede rand die zijn gezicht en oren beschermt, losse lagen van natuurlijke vezels, in het bijzonder katoen. Bewaar sokken en een trui in je luiertas als je ergens naartoe gaat waar de airconditioning aanstaat.
Noodzakelijk voor de winter
Een warme muts die zijn oren bedekt, sokken, laarzen en wanten om zijn handen en voeten te bedekken (schoenen zijn nu nog niet nodig); een warme deken om zijn lichaam te bedekken. Afhankelijk van de temperatuur zijn een onderhemd, een trui en een fleece babyslaapzak uit één stuk ook goede ideeën.