Volle maan.
Je hoort wel vaker zeggen – zelfs door vroedvrouwen en artsen – dat erbij volle maan meer baby’s geboren worden. Maar is dat echt zo of is het maar een bakerpraatje?
Er wordt trouwens nog meer gefluisterd over nachten met een volle maan. Daarin zouden niet alleen meer kinderen geboren worden, maar er zouden zich ook meer
complicaties voordoen bij bevallingen, er zouden meer
keizersnedes uitgevoerd worden en er zouden meer tweelingen geboren worden.
Volle maan
Intrigerend allemaal, toch? Niet verwonderlijk dat deze stelling in het verleden meermaals door de wetenschap op haar geldigheid werd onderzocht. En wat bleek? Nachten met een volle maan zijn voor kraamafdelingen niet drukker dan andere nachten. Er bleek helemaal
geen verband te bestaan tussen de stand van de maan en gynaecologische gebeurtenissen.
Maar hoe komt het dan dat fabeltje zo hardnekkig standhoudt – blijkbaar zelfs bij mensen die beroepshalve met geboortes bezig zijn? Wetenschappers geven daar drie verklaringen voor:
- Het is verleidelijk om een verband te zien tussen de maancyclus en gynaecologische processen, omdat een maancyclus precies even lang duurt als de menstruatiecyclus van een vrouw, namelijk achtentwintig dagen.
- Bovendien is de idee dat de stand van hemellichamen een invloed heeft op het leven op aarde stevig verankerd in heel wat culturen. Wie leest er immers niet af en toe zijn horoscoop?
- Ten slotte is het natuurlijk ook een vorm van wishful thinking – mensen willen nu eenmaal graag bevestigd zien wat ze geloven, ongeacht of dat klopt of niet. Daarom gaan ze elementen die hun hypothese bevestigen, onthouden. Elementen die die hypothese ontkrachten worden geminimaliseerd of zelfs genegeerd. Zo zal bijvoorbeeld een vroedvrouw die ervan overtuigd is dat er bij volle maan meer baby’s geboren worden, werkelijk de indruk hebben dat ze het tijdens die nachten drukker heeft – ook al is dat objectief gezien niet zo.