Misschien heb je het niet eens in de gaten, maar pal
na de bevalling wordt je baby op vijf belangrijke punten onderzocht: de Apgar test. Na afloop krijgt hij of zij zelfs een rapportcijfer. Een tien? Dan is je baby in prima conditie!
Twéé keer
De Apgar test werd in het begin van de jaren vijftig ontwikkeld door de Amerikaanse kinderarts
Virginia Apgar. Het is een methode om snel de conditie van je pasgeboren baby te kunnen beoordelen. De Apgar test wordt meestal gedaan door degene die je bevalling heeft begeleid: de verloskundige of arts. Hij of zij doet de test twéé keer: de eerste keer een minuut
na de geboorte, de tweede keer na vijf minuten.
Waar op gelet wordt bij de Apgar test
Je baby wordt op vijf belangrijke punten getest:
- de ademhaling
- de hartslag
- de spierspanning
- de reactie op prikkels
- de kleur van de huid

Voor elk onderdeel krijgt hij of zij punten: een 0, een 1 of een 2. Een 2 is het beste. In totaal kan je baby dus maximaal 10 punten krijgen. Het totaal aantal punten heet de Apgar score.
Een
Apgar score tussen de 7 en 10 geeft aan dat het goed gaat met je baby. Is de score lager, dan is er meestal wat extra medische zorg nodig om je baby ‘op gang te helpen’.
Geen zorgen
De eerste keer dat de Apgar test wordt uitgevoerd halen de meeste baby’s nog geen tien. Vaak komt dat omdat het huidje nog wat ‘op kleur’ moet komen. Maak je, voor zover je al iets van de test merkt omdat deze pal na de bevalling plaatsvindt, dus niet meteen zorgen. De tweede keer halen veel baby’s die tien voor de Apgar test wél.
1 reactie
[…] vlotter. Ook hun baby’s stellen het beter na de bevalling: ze scoren traditioneel beter op de Apgar test (hartslag, ademhaling, reactievermogen, huidskleur, spierspanning) dan baby’s van minder fitte […]